Over de millennials onder de wijnen
Het jaar 1540 was uitzonderlijk warm in Nederland. Sommigen verwachtten dat de warmte zou aanhouden en gingen wijnstokken aanplanten. Helaas, volgens de meteorologische geschiedschrijving waren de dertien zomers na 1540 koel en nat. En nog een heleboel zomers daarna ook. De laatste twintig jaar lijkt er weer schot te komen in de Nederwijn. Hoe kan dat? We zoeken het uit tijdens een wijnwandeling.
Tekst // Ulrike Schmidt
Beeld // Ulrike Schmidt & Els Groot
Volgens Els Groot, al twintig jaar vinoloog en wijnreiziger met passie voor Nederlandse wijn, is het vooral te danken aan de nieuwe gekruiste druivenrassen van de afgelopen decennia dat de Nederlandse wijngaardeniers anno 2020 zelfs internationale prijzen in de wacht slepen. Net als Neeltje en Job Huisman van ’t Heekenbroek in het Achterhoekse Drempt. Als lid van Slow Food Achterhoek staan zij helemaal achter het boeren met respect voor de natuur. De wijnwandelgroep onder de leiding van Els krijgt een vrolijke ontvangst van hen aan het eind van een zomerse zondagmiddag. Als bekroning op een paar genoeglijke uren wandelen langs de Oude IJssel, dwars door het schilderachtige Hanzestadje Doesburg (je weet wel, van de mosterd), langs weilanden en door bossen slurpt zo’n glaasje gekoelde Johanniter Brut Sprankelwijn goed weg. Op bijna twee hectare mineraal houdende rivierkleigrond vertroetelen Neeltje en Job sinds 2006 hun 6.000 druivenstokken. Een derde daarvan luistert dus naar de naam Johanniter. Dat is een van de nieuwere kruisingen die goed bestand zijn tegen schimmels zoals meeldauw en valse meeldauw. Vijand nummer één in de koelere streken. De druif dankt haar naam aan ene Johannes Zimmermann van het wijnbouwinstituut in Freiburg. De druif, gekweekt in 1968, is het resultaat van kruisingen tussen Riesling, Seyve-Villard, Ruländer en Gutedel. Moeder Riesling doet zich gelden in de druif, de tros en het blad. Maar zeker ook in het strakdroge karakter van de Johanniter. De andere rassen op ‘t Heekenbroek zijn de witte Souvignier Gris en Solaris en de rode Pinotin, Cabernet Noir en Cabernet Cortis. De millennials onder de wijnen, zeg maar.
“Ik wist wel dat wijn lekker was”
De wijngaard van ’t Heekenbroek vlijt zich genoeglijk tegen de bosrand van havezate De Ulenpas, die stamt uit de 14e eeuw. Job Huisman: ‘Mijn droom was om boer te worden. Dat ik in de wijn terecht ben gekomen is toeval. Mijn broer is de oudere thuis, dus hij nam het bedrijf van mijn ouders in het Groningse Siddeburen over. Zij verbouwden aardappelen, suikerbieten en graan. Zelf werkte ik in dienst bij allerlei akkerbouwbedrijven. Tot mijn zwager hier in Drempt versterking nodig had voor zijn diervoederbedrijf.’ Zo is het gekomen dat zijn vrouw Neeltje en hij daar dertien jaar mede-eigenaar van waren. Maar ja, je kan de boer wel uit de boerderij halen, maar de boerderij niet uit het hart van de boer. ‘Ik wist wel dat wijn lekker was, dat was er thuis met de paplepel ingegoten. Maar verder wisten we er weinig van.
“Mijn droom was om boer te worden”
Tot ik in 2005 las over de beginnende wijnbouw hier in de Achterhoek en we eens gingen kijken bij collega’s in de buurt. Een van die collega’s verbouwde wel druiven, maar had geen plek om wijn te maken. Dat kon hier bij ons wel; zo hadden wij de gelegenheid om mee te kijken of het wat voor ons was. Degene die ons echt heeft ingewijd in het wijnmaken is Jan Oude Voshaar van wijngoed Wageningse Berg [nu het Wagenings Wijngoed, red.], een van de eerste Nederlandse wijnboeren. We hebben veel van hem geleerd.’ En in 2008 kwamen ze ook nog ‘wijngoeroe’ Stan Beurskens tegen van Wijngaard Sint Martinus in Limburg. ‘Van hem hebben we het vak geleerd’, aldus Job. Ze volgden allerlei cursussen bij hem en sindsdien is hij hun vaste adviseur. ‘Maar dat betekent nog niet dat we allemaal “Stan-wijnen” maken. Stan adviseert en wij volgen onze eigen smaak. Sommige van onze wijnen vindt hij bijvoorbeeld veel te zoet.’ Neeltje en Job hebben die eigen smaak aardig te pakken. Op de internationale Berlin Wine Trophy begin 2020 sleepten ze Goud in de wacht voor hun Bronckhorster Parel Rosé 2018 gemaakt van Pinotin en Zilver voor de op hout gerijpte Nieuw Tivoli Rood Barrique 2016. Een blend Cabernet Cortis. Cabernet Noir en Pinotin. En dat zijn niet hun eerste prijzen. Nieuw Tivoli is trouwens geen frivole fantasienaam, maar de naam van de boerderij in Groningen waar Job is geboren en getogen.
Zuivere wijn
Hoe zuiver is de Nederlandse wijn? Volgens Simon Crone, waarnemend voorzitter van de Vereniging Nederlandse Wijn Producenten en zelf wijnboer, werken de meeste Nederlandse wijnboeren op een geïntegreerde manier; dat wil zeggen zo veel mogelijk biologisch ook al zijn er maar enkele daadwerkelijk SKAL-gecertificeerd. De focus bij een geïntegreerde aanpak ligt volgens Crone op super gezonde planten. Dat bereik je, om te beginnen, door de eerder genoemde gekruiste rassen die beter bestand zijn tegen bijvoorbeeld schimmels als meeldauw en valse meeldauw. Daarnaast gaat het om de bodemgesteldheid. Denk daarbij aan de inzet van compost in plaats van kunstmest voor een welig tierend bodemleven. Ook Neeltje en Job hechten waarde aan duurzame teelt. De onderbegroeiing, een mengsel van paardenbloemen, gras en kruiden, mag gewoon blijven staan. Om de wijnstokken voldoende vrij te houden schoffelt Job de boel af en toe onder, met de zwenkschoffel voor op de trekker. Ja, dat is veel meer werk dan alles ‘platspuiten’ met chemische onkruidverdelger. Maar dit biedt ruimte aan insecten en verrijkt het bodemleven. Net als alle steeltjes, schilletjes, pitjes en de volledig composteerbare filterplaten van de wijnmakerij die ook terug in de wijngaard worden gestort. Om de twee jaar wordt de grond extra verrijkt met compost en kalk. Job heeft een weerstation in de wijngaard waarmee hij de temperatuur en luchtvochtigheid continu monitort. Dit dient als waarschuwingssysteem. Zo hoeft hij alleen een (bij voorkeur biologisch) gewasbeschermingsmiddel te spuiten als de omstandigheden gunstig zijn voor belagers van de druiven. De totale inzet van bestrijdingsmiddelen wordt tot een minimum beperkt. Overigens was het een bewuste keuze van Neeltje en Job om zich niet te laten certificeren als biologisch bedrijf. Het stuit Job tegen de borst dat je als biologisch bedrijf volgens de Europese regels wel koper mag gebruiken ter bestrijding van onder andere meeldauw, al is het in Nederland in tegenstelling tot de rest van de EU verboden. Het koper hoopt zich op in de bodem en is schadelijk voor het bodemleven. Ook in bredere zin streven ze bij ’t Heekenbroek naar duurzaamheid. Zo hebben ze zonnepanelen geïnstalleerd en rijden ze tegenwoordig elektrisch. Het gras tussen de rijen door maait Job nooit allemaal tegelijk, zodat er altijd wel een plekje is voor vlinders en andere insecten. De druiven worden met de hand geplukt. Met zo’n vijftien enthousiaste vrijwilligers lukt het om op één dag de druiven van ongeveer 1.000 planten van één ras te plukken.
‘De druiven worden met de hand geplukt. Met zo’n vijftien enthousiaste vrijwilligers lukt het om op 1 dag de druiven van ongeveer 1.000 planten te plukken.’
Ambacht of magie?
In de eigen wijnmakerij gebeurt de magie. Op de dag van de pluk begint het met het ontstelen en kneuzen van de druiven; op ’t Heekenbroek is dat overigens geen voetenwerk meer. De ontsteelde en gekneusde druiven komen in een open ton. De toevoeging van enzymen maakt de celwand van het fruit zachter; zo haal je de maximale hoeveelheid sap uit het fruit en bovendien helpen de enzymen om de smaakstoffen uit de schilletjes halen. Als we het over witte wijn hebben, dan blijft de bak vervolgens op een zo koud mogelijke plek maximaal een dag staan. De dag erna worden de druiven geperst. Het troebele sap wordt met behulp van bentoniet (een natrium-kleisoort) geklaard. Het heldere sap wordt overgeheveld in schone RVS-tanks van tussen de 300 en 850 l. ‘Daar stop je gist bij in; die zorgt ervoor dat de suikers omgezet worden in alcohol. Met het soort gist kun je spelen voor de smaak van de wijn’, vertelt Job. En ja, er zijn steeds meer wijnboeren die wilde gisten gebruiken en natuurwijn is op het moment hip. Job: ‘Dat hebben we hier nog niet overwogen. Daarvoor moet je voldoende “goede” gisten in de wijngaard en kelder hebben, en dan gaat het misschíen lukken. Onze wijngaard is hiervoor nog te jong.’
Iedere stad haar eigen wijngaard
Volgens Els Groot sprak Jan Oude Voshaar van de Wageningse Berg rond 2000 de visionaire woorden: ‘Over twintig jaar heeft iedere stad in Nederland haar eigen wijngaard’. Al naar gelang hoe je telt zijn er nu zo’n 140 tot 170 professionele wijngaarden: van Texel tot het zuidelijkste puntje in Limburg en van Amstelveen tot de achterste hoeken in de Achterhoek. Surprise, surprise: de meeste liggen in Gelderland en Limburg. Maar ook Noord-Brabant en Overijssel doen behoorlijk mee met ieder zo’n vijftien wijngaarden. En zelfs langs het talud van de A12 groeit er wijn. Dus al met al komen we aardig in de buurt van de voorspelling uit 2000. Els: ‘Een van mijn eerste wijnwandelreizen organiseerde ik in 1999. Sindsdien heb ik de kwaliteit van de Nederlandse wijn echt enorm omhoog zien schieten.’ Dus de Nederlandse wijnbouw anno 2020 bruist als een sprankelwijn van ’t Heekenbroek. Tijd om door te wandelen naar de andere 149 en meer. De wijnboeren in 1540 waren zo gek nog niet.
Tips voor de wandelende wijnliefhebber
– Vinoloog Els Groot organiseert al meer dan twintig jaar wijnwandelreizen in Nederland en daarbuiten. Altijd met oog voor duurzaamheid en kleinschaligheid. Wil je meer wijngaarden ontdekken? Kijk op www.vinaventura.nl.
– Wil je op eigen houtje eropuit, dan kun je bijvoorbeeld de Gasthuisroute lopen die start bij ’t Heekenbroek, de wijngaard van Neeltje en Job Huisman.
– In Doesburg vind je ook ‘t Olde Ras – een museumtuin van de ‘Stichting Behoud en Bevordering Fruitcultuur’. Op het bijna 1,5 ha grote terrein van de museumtuin staan ruim 3.000 bomen van meer dan 1.500, veelal oude, fruitrassen aangeplant. Kijk op www.tolderas.nl.
– Er is één druivenras, de Westlandse tafeldruif, dat is opgenomen in de Ark van de Smaak van Slow Food. Lees hier meer over deze bijzondere tafeldruif.
– Dit artikel is geschreven door Ulrike Schmidt. Ulrike is tekstschrijver met focus op voeding, voedsel en de link met onze aarde. Zij is eigenaar van communicatieadviesbureau Meand