Groninger Weekschilboon

“Phaseolus vulgaris L.’Groninger Weekschil’“
Regio & naamgeving: Voornamelijk de provincie Groningen en het nabijgelegen Oost-Friesland (D) | ook bekend als Knipselboon, Dreuge Boon'n' of Knipselboon'n'
Categorie: Peulvruchten

BESCHRIJVING

De zaden worden vanaf eind mei in de volle grond gezaaid. De rijafstand is ongeveer vijftien centimeter en veertig centimeter tussen de rijen. De zaden moeten worden afgedekt met één tot twee centimeter grond. De bonen moeten met de hand worden geplukt. Als je ze machinaal zou oogsten, dan beschadig je de peulen waardoor de bonen niet goed drogen. Bij een correcte, handmatige oogst worden de peulen niet beschadigd en de bonen worden niet leerachtig, zelfs niet als ze geel worden. In het verleden werden de bonen in hun peulen geplukt en aan strengen geregen, nogal arbeidsintensief. Daarom worden tegenwoordig veel van de bonen geoogst met planten al. De bonenstruiken drogen vervolgens op stokken of draden op het land of onder een afdak. Vervolgens worden de bonen droog van de struik geplukt. Een andere traditionele methode was om de bonen op zolder vlak bij een schoorsteen uit te spreiden terwijl ze nog in de peul zaten. Zodra de bonen in de peulen rammelen, zijn ze voldoende droog.


De Groninger Weekschil is een laag groeiende boon die voornamelijk in de provincie Groningen en in het nabijgelegen Oost-Friesland (Duitsland) wordt geteeld. Dé dreuge boon bestaat niet. In principe konden alle bonen met een zachte peul gebruikt worden om in de peul te drogen. De Groninger Weekschilboon was wel een van de gangbare soorten voor deze toepassing. De planten bloeien met witte bloemen en ontwikkelen peulen van ongeveer tien centimeter lang. De boon is ovaal of licht niervormig en wat breder. Hij is wit van kleur met een lichtgele navel. Honderd bonen wegen zo’n veertig gram. Er zijn subtiele variatieverschillen van regio tot regio, vooral in lengte en dikte van de peulen, de oogstperiode en de planthoogte. De boon staat bekend om zijn harde draden op de peul.

CULINAIR GEBRUIK

De gedroogde bonenpeulen van de Groninger Weekschil worden in kleinere stukken van ongeveer een centimeter geknipt (vandaar de naam Knipselboon) en minstens twaalf uur lang geweekt voordat ze twee tot drie uur worden gekookt. De bonen worden vaak samen met traditionele Groninger worst, varkenspoot of spek gekookt; ze nemen dan lekker het aroma van het vlees op. Knipselbonenstamppot is een traditioneel gerecht dat wordt gemaakt van deze gedroogde bonen, samen met gekruide worst, aardappelen en spekvet.

De bonen worden gedroogd, minstens twaalf uur geweekt en vervolgens ongeveer drie uur gekookt (vaak in het weekwater). De worst wordt vanaf het begin mee gegaard; in het laatste halve uur worden er in kleine blokjes gesneden aardappelen toegevoegd. Na het koken worden de bonen en aardappelen gepureerd of gemengd en geserveerd met de worst en het spekvet. De bonen worden tegenwoordig gezien als een noordelijke delicatesse.

ONTDEK HET ARK VAN DE SMAAK BOEK

Wil je meer weten over voedsel en verhalen lezen over gastronomische erfgoed? Bekijk het boek “DE ARK VAN DE SMAAK” in onze webshop.

Huidige situatie

Hoewel de Groninger Weekschilboon al honderden jaren in Groningen wordt geteeld, is hij in verval geraakt door een gebrek aan interesse voor gedroogde bonen in het algemeen. Veel consumenten hebben een voorkeur voor ingemaakte bonen die sneller te bereiden zijn. Daardoor dreigen traditionele en unieke rassen zoals de Groninger Weekschil verloren te gaan. Sinds liefhebbers van Slow Food de boon herontdekten is hij al een aantal jaren een comeback aan het maken. De Groninger Weekschilboon is nu alleen online en offline te vinden bij kleine lokale winkels of speciaalzaken.

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

=

 

EN ONTVANG EEN RECEPT UIT

DE ARK VAN DE SMAAK!