Friese Gele Woudboon (Wâldbeantsje)

“Phaseolus vulgaris L. ‘Friese Gele Woudboon’“
Regio & naamgeving: Friese Wouden (Friesland, grens met Groningen)
Categorie: Peulvruchten

BESCHRIJVING

De Friese Gele Woudboon is een droge boon die, zoals de naam al zegt, groeit in Friesland: in de Friese Wouden. De boon is een oude en wat vergeten variëteit van de gewone boon (Phaseolus vulgaris) die langzaam maar zeker herontdekt wordt. Hij groeit als rechtopstaande struik en kan zonder klimsteunen worden gekweekt. De bonen gedijen het best op zanderige, goed ontwaterde grond. De bonen worden ingezaaid met een zaaiafstand van dertig centimeter in de rij en vijftig centimeter tussen de rijen, drie bonen in een gat van ongeveer vier centimeter diep. Eventuele gele bladeren kunnen voor de oogst worden geplukt, omdat de bonen dan gemakkelijker kunnen drogen. De oogst vindt altijd plaats bij droog weer rond half september. Als er veel regen valt tijdens de oogstperiode worden de rijpe bonen vast geoogst als het even droog is; het oogsten gaat door totdat alle bruikbare planten zijn geoogst. Tijdens de oogst worden de hele planten meestal in het veld op zogenaamde ruiters, houten stokken in de vorm van een tipi, te drogen gelegd zodat ze niet direct op de grond liggen. Of ze worden rond een paal gestapeld met de wortels naar binnen en de bonen naar buiten gedraaid. Zo kunnen plant en de wortel goed drogen. De bonen worden vervolgens gedorst door ze in een jutezak te doen en er met een stok of vlegel op te slaan. Je kunt ook een klein bosje van de planten tegen de binnenkant van een vat slaan, waarbij de peulen open barsten en de bonen loslaten. Na het dorsen worden de bonen en het afval van elkaar gescheiden. Vervolgens worden de geoogste bonen van kleine plantenresten, zand en stof ontdaan door middel van de zogenaamde ‘Wynjen’-methode: je laat de bonen vanuit de ene emmer in de andere vallen zodat de wind het vuil er tussenuit kan blazen.


De plant bloeit met witte bloemen en vormt over het algemeen rechte en licht afgeronde peulen. De bonen zijn crèmekleurig of citroengeel met een licht zichtbare adering. De navel van de boon is wit, omgeven door oranje en paarse ringen. Ze smaken aangenaam romig, in vergelijking met andere bonensoorten zijn ze zoet.

CULINAIR GEBRUIK

In veel families in de Friese Wouden (Wâlden in het Fries) werden op zaterdag Friese Gele Woudbonen gegeten. De bonen worden een nacht geweekt in water en dan ongeveer drie kwartier tot een uur gekookt. Friese Gele Woudbonen worden traditioneel geserveerd met gerookt spek, soms wordt een eetlepel azijn toegevoegd. De bonen werden ook vaak gebruikt in bonensoepen. Tegenwoordig worden de bonen vaak geserveerd met appelmoes of gebakken uien.

ONTDEK HET ARK VAN DE SMAAK BOEK

Wil je meer weten over voedsel en verhalen lezen over gastronomische erfgoed? Bekijk het boek “DE ARK VAN DE SMAAK” in onze webshop.

Huidige situatie

Met name onder jongere generaties, die de voorkeur geven aan ingrediënten die minder tijd nodig hebben om te koken, verliest de boon aan populariteit. Vanwege de kooktijd is een voorkeur voor ingemaakte bonen ontstaan boven gedroogde. Tegenwoordig worden de bonen geteeld en verkocht door een aantal kleinschalige boeren in de Friese Wouden (De Wâlden). En hij is bijvoorbeeld ook weer terug op het menu in verpleeg-en verzorgingshuizen. Desondanks zijn er helaas maar weinig restaurants die experimenteren met nieuwe recepten met deze bonen.

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

=

 

EN ONTVANG EEN RECEPT UIT

DE ARK VAN DE SMAAK!