Intro
Net als Amsterdamse zuurwaren (zie het boek: de Zure stad), is onze haring culinair erfgoed dat behouden dient te worden. Haringkramen behoren tot het ‘immaterieel erfgoed’ van de stad en maken deel uit van een eeuwenoude unieke eetcultuur die met Amsterdam vergroeid is.
_ Artikel uit het Parool door Madelief van Dongen. 23 juni 2023
Bij haringkramen door de hele stad werd op/vanaf vrijdag 23 juni weer op feestelijke wijze Hollandse nieuwe verkocht. Maar onder de Amsterdamse ondernemers heerst onzekerheid. Door Europese wetgeving komen de vergunningen van Amsterdamse haringkramen in het gedrang.
Het is feest bij haringkramen door de hele stad. Met roodwitblauwe ballonnen en gratis glaasjes korenwijn wordt bij Evert’s Vishuisje in Oud-West de komst van de vette Hollandse nieuwe gevierd. Eigenaar Evert van Rossum (26) glundert. Hij is ‘misschien wel de jongste viskraam-eigenaar van Amsterdam’, zegt hij trots. “Ik ben van plan dit werk nog heel lang te doen. Tot ik geen zin meer heb.”
Van Rossum heeft, net als veel Amsterdamse haringkarren, een standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd. Nog wel, want de gemeente is bezig het beleid aan te passen aan deEuropese regelgeving, zodat ook nieuwe ondernemers kans maken op een plaats. Dat betekent dat vergunningen voor onbepaalde tijd binnenkort niet meer worden uitgegeven én dat huidige vergunningen voor onbepaalde tijd worden omgezet naar bepaalde tijd.
Nieuwe regelgeving
De vragen zijn: wanneer en hoe? Jasper Frens (37), die Frens Haringhandel op het Koningsplein bestiert, is de onduidelijkheid zat. Al in 2017 werden de ondernemers met vaste standplaatsen door de gemeente op de nieuwe regelgeving gewezen. “Sindsdien vragen we jaarlijks om updates,” zegt hij. “We horen steeds dat er nog niks bekend is.”
Frens vreest dat kramen zoals de zijne, sinds 1986 staat zijn familie op het Koningsplein, weg moeten als het nieuwe beleid wordt ingevoerd. “Onze kraam moet onderhouden worden, de inventaris is aan vervanging toe. Zolang ik niet weet wat er staat te gebeuren, durf ik daar geen geld aan uit te geven.”
Donderwolk
Hoewel de gemeente Amsterdam al jaren bezig is om het beleid aan te passen, begint de tijd te dringen, zegt Aygül Şen. Ze is jurist bij de Centrale Vereniging Ambulante Handel (CVAH), die de belangen van standplaatshouders en marktondernemers behartigt.
Eind vorig jaar belandde er een zaak op haar bureau: de eigenaar van een Zandvoortse viskraam had aanspraak gemaakt op een standplaatsvergunning in Amsterdam. Het verzoek werd afgewezen omdat er geen plek was. De visverkoper maakte bezwaar op basis van de Europese regelgeving. Şen: “De gemeente moet nu haast maken om het beleid aan te passen.”
Het naderende besluit hangt als een donderwolk boven de hoofden van de ondernemers, ziet CVAH-voorzitter Louise Wesselius. “Het gaat niet alleen om een markt- of kioskplaats, maar ook om het personeel, de opslag en de koeling. Mensen vrezen voor hun boterham.”
Utrechtse praktijken
Verkopers zijn bovendien bang voor Utrechtse praktijken. Daar hoorden ondernemers afgelopen najaar dat hun vergunning per 31 december 2023 niet meer automatisch zou worden verlengd – er zou een loting komen.
De consternatie die daarop volgde leidde uiteindelijk tot intrekking van het besluit. “Wij zijn fel tegenstander van een loting,” zegt Wesselius. “Er moeten criteria worden opgesteld voor een herverdeling, zodat voor elke haringkraam gegarandeerd weer een haringkraam in de plaats komt.”
Dit schreef Het Parool nog meer over de start van het nieuwe haringseizoen:
• De haring is vet genoeg en ligt vanaf vrijdag eindelijk in de winkel. ‘De haring is toch het paradepaardje van de visserijsector. De start van het seizoen moet goed zijn.’
• Vers van het mes, met een beetje Amsterdams zuur. Bij deze 17 kramen kun je een harinkje happen in Amsterdam.
Wat veel ondernemers steekt, is dat de kramen vaak van generatie op generatie zijn doorgegeven – ze zijn een vast onderdeel van het decor in de stad. “Mensen hebben jarenlang iets opgebouwd en dan komt er ineens een ander die het ook ‘even’ gaat proberen,” zegt Sylvia Stubbe (52) van Stubbe’s Haring, sinds 1904 in de zuurhandel en sinds 1976 met een vaste plaats op de Haarlemmersluis. “Dan ben je al die jaren van opbouw kwijt. Dat kun je niet zomaar afpakken.”
Volgens Paul van Ravestein, schrijver van het boek De zure stad, behoren de haringkramen tot het ‘immaterieel erfgoed’ van de stad. “Ze maken deel uit van een eeuwenoude unieke eetcultuur die met Amsterdam vergroeid is,” zegt hij. “Er zijn inmiddels nog maar zeventien haringkramen over. Die moeten we koesteren.”
Uitstervend vak
Dat vindt ook Van Rossum (Evert’s Vishuisje), die anderhalf jaar geleden – gepokt en gemazeld in zijn vaders vishuis, Simons en Simons op de Prinsengracht – de kraam van haringspecialist Jan Schilder overnam. “Een unieke kans,” zegt hij. “Het is een uitstervend vak. Voor de jonge generatie is het hartstikke lastig om een eigen kraam te bekostigen. Dit soort regels maken dat moeilijker. Je moet het wel terug kunnen verdienen.”
Een woordvoerder van wethouder Sofyan Mbarki (Economische Zaken) laat weten de zorgen en onzekerheden bij standplaatshouders, en bij andere ondernemers die werken met schaarse vergunningen, te begrijpen.
“Elke ondernemer wil gewoon continuïteit en zekerheid,” zegt zij. “Tegelijkertijd begrijpen wij goed dat nieuwe ondernemers óók een haringkar of andere standplaats willen beginnen. Daar moet wel ruimte voor zijn.”
Op dit moment is de gemeente bezig met een ‘randvoorwaardelijk onderzoek’ om invulling te geven aan de Europese Dienstenrichtlijn. Volgens de gemeente staat daarin voorop dat de ondernemers een redelijke overgangstermijn krijgen, en de gelegenheid om hun investeringen terug te verdienen.
Eerst wordt er gekeken naar het beleid voor toekomstige vergunningen en huidige vergunningen met een beperkte looptijd. De huidige vergunningen voor onbepaalde tijd zijn pas op langere termijn aan de beurt.
‘Schitterend mooie plek’
Nico Kras (68), die met een contract voor tien jaar Kras Haring op het Kattenburgerplein runt, zit er niet mee. “Als je zoiets hoort denk je: dit is een 1 aprilgrap. Maar op mijn leeftijd maak ik me er niet meer druk om. Het is afwachten.” Stoppen zit er voor Kras voorlopig niet in. “Als alles normaal gaat, wil ik het nog wel tien jaar doen hoor. Ik zit op een schitterend mooie plek.”
Het college neemt naar verwachting vlak na de zomer een besluit over de looptijd van de nieuwe vergunningen. Dan verwacht de gemeente ook meer duidelijkheid over de rest van het beleid.
Standplaatsvergunningen
Op dit moment geldt voor Amsterdamse standplaatsvergunningen een wachtlijst op basis van anciënniteit: bij een vrije plek is de eerstvolgende wachtende aan de beurt. In werkelijkheid gebeurt dat zelden.
Niet alleen veel haringkramen, maar ook hotdogverkopers, kiosken, koffiekarren en bloemenventers in de stad hebben een vergunning voor onbepaalde tijd. Voor die vaste standplaatsen zijn er meer geïnteresseerden dan plekken.
De Europese Dienstenrichtlijn stelt dat deze zogeheten ‘schaarse vergunningen’ niet voor altijd aan dezelfde verkoper mogen worden gegeven. Hoe, aan wie en hoelang een nieuwe vergunning verleend wordt, is niet door Brussel vastgelegd. “Het is aan de gemeente om deze procedure vorm te geven en de ondernemers correct en tijdig te informeren,” aldus Ingelise de Boer van de Europese Commissie.