In 2050 telt de wereldbevolking naar schatting bijna 10 miljard mensen. Hoe krijgen we die miljarden monden op een duurzame manier gevoed? De Amerikaanse wetenschapsjournalist Charles Mann schreef er in 2018 een boek over. Daarin onderscheidt hij tovenaars (technologen) aan de ene kant en profeten (ecologen) aan de andere. Eind maart kwamen ze in het hol van de leeuw (vanuit de profeten bezien dan), Wageningen Universiteit, bij elkaar. In het bijzijn van Mann.

Tekst // Ulrike Schmidt
Beeld // Martin Förster via Unsplash

Joris Lohman, medeoprichter van Food Hub en oud-voorzitter van Slow Food Youth Network (SFYN) (dat destijds Youth Food Movement (YFM) heette), en bioloog en journalist Hidde Boersma, namen het initiatief voor die dialoog. Wie waren er zoal? Wetenschappers natuurlijk, best een hoop landbouwstudenten, ngo’s (oa. Greenpeace en Wakker Dier), bedrijven uit de agri-foodsector (oa. Bayer, BASF, De Heus Voeders en anderen) en een enkele boer. Wel jammer dat die laatste groep, die van de land users, zo ondervertegenwoordigd was. Het was een leerzame dag. Graag deel ik een paar inzichten.

1) Profeten versus tovenaars?
Mann onderscheidt de ‘tovenaars’ die een ongebreideld geloof hebben in de vindingrijkheid van de mens en de kracht van technologische innovaties van de ‘profeten’. Waarom bang zijn voor de grenzen van de draagkracht van de planeet als de zon een bron van oneindige energie is? Laten we dan leren om die energie op te slaan, roepen de techno-optimisten. Het is maar een voorbeeld. De oer-tovenaar is volgens Mann landbouwkundige Norman Borlaug. Niemand die zijn naam kent, al won hij wel de Nobelprijs voor de Vrede. Hij zorgde vanaf de jaren vijftig namelijk voor drie- tot viervoudig verbeterde tarweoogsten, dankzij de inzet van pesticiden, kunstmest en sterk verbeterde zaden. Het gevolg: nooit meer honger voor miljoenen mensen en dus een onschatbare bijdrage aan de wereldvrede.

“For the perfect farming system, you really need wizards and prophets”

Wizzards & prophets_WUR

De held van de profeten is ecoloog en vogelkundige William Vogt, al even onbekend bij het grote publiek als zijn counterpart. De ‘profeten’ stellen juist dat er grenzen zijn aan de voorraden van de aarde die we niet mogen uitputten met welke innovaties dan ook. Want wie zijn wij, anders dan onderdeel van precies die ene, eindige planeet? Hij waarschuwde voor honger, epidemieën en oorlog als de bevolking maar zou blijven groeien. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de milieubeweging. Beiden waren ze idealisten. Beiden wilden ze een betere, duurzame, vreedzame wereld. In de manier waarop verschilden ze compleet van elkaar.

2) De andere kant van de medaille
Wat is het punt? Niemand is tegen voldoende voedsel voor iedereen. Niemand is voor het kwellen van dieren. Het punt is dat we ons niet voldoende rekenschap geven van de nadelen van de vooruitgang. Prachtig dat kunstmest de wereld helpt voeden. Maar in de loop der tijd zien en begrijpen we dat diezelfde kunstmest maar voor een deel wordt opgenomen door planten, en uiteindelijk in onder meer de Golf van Mexico en de Golf van Bengalen verantwoordelijk is voor grote oppervlaktes waar vanwege een tekort aan zuurstof geen enkel leven meer mogelijk is. Vooruitgang is prachtig, niemand wil terug naar de tijd van voor de industriële revolutie. En dus robotiseert ook de landbouw. Maar wat doen we met alle arbeidskrachten die hierdoor overbodig worden? Waar het om gaat is niet de vooruitgang op zich, maar hoe we omgaan met de negatieve impact die deze met zich meebrengt. Hoe goed zijn we om die negatieve impact te neutraliseren? Of anders gezegd, hoeveel is de vooruitgang ons waard? We willen de planeet leefbaar houden, de biodiversiteit overeind houden. Maar wat mag het kosten? Zodra je die vraag beantwoordt, moet je het over waarden hebben. En ‘we generen ons om over waarden te praten’, volgens Charles Mann. Dus praten we er maar niet over. En dus blijven er veel twijfels en angsten onuitgesproken en ligt polarisatie op de loer. In de theorie kunnen de profeten en de tovenaars het nog prima eens worden. Het wordt pas echt lastig als het om de uitvoering gaat. ‘The proof of the pudding is in the eating.’ En dat bleek ook tijdens deze dag.

 

3) Het echte probleem zit ’m in machtsverhoudingen
Een ander geluid tijdens de dag was dit: het gaat helemaal niet om technologie versus ecologie. Het gaat om macht, politieke macht en economische macht. Als de oogsten verviervoudigen, dan wordt ook de grond waarop die oogsten groeien vier keer zoveel waard, als het niet meer is. En dat maakte dat de oorspronkelijke boeren in veel gevallen werden verdreven van hun, inmiddels waardevolle, land om dat te exploiteren. Zelf eindigden ze veelal in slums aan de rand van de grote steden zoals in Mexico Stad, Sao Paulo, Nairobi en Mumbai, om er maar een paar te noemen. ‘Er zijn geen technologische oplossingen voor politieke problemen’, zoals Antonie Fountain (directeur van VOICE, NGO die zich inzet voor een faire cacaosector) opperde naar aanleiding van de discussie. Zelfs in gebieden waar voldoende voedsel voorhanden is, bereikt het niet iedereen of kunnen de boeren hun producten niet afzetten omdat de infrastructuur ontbreekt. Een ander genoemd voorbeeld komt van heel dichtbij. Hoe kun je verwachten dat er grensoverschrijdende (interdisciplinaire) wetenschappelijke projecten ontstaan als de diverse faculteiten met elkaar moeten concurreren om dezelfde fondsen?

“The wizard’s ideas might help the prophet to make a profit”

Wizzards en prophets

4) Verantwoordelijkheid
Verantwoordelijkheid was een terugkerend trefwoord tijdens de dag. Louise Fresco, voorzitter Wageningen University & Research, maakte een duidelijke opsomming van de actoren en liet geen groep buiten schot. De overheid draagt verantwoordelijkheid en stuurt door het formuleren van wetten, regels en standaarden en de keuze om bepaalde activiteiten wel of niet te subsidiëren. Denk hier ook aan de fondsen uit de vorige alinea. De private sector, inclusief multinationals en boerenbedrijven, draagt verantwoordelijkheid door het eigen handelen. En ook wetenschappers en consumenten spelen een grote rol. Door met elkaar en de andere actoren in gesprek te gaan en te luisteren. Door te stemmen op basis van hun waarden, door hun stem te laten horen via hun consumentengedrag. ‘Put your penny where your mouth is.’ Fresco benadrukte de grote verantwoordelijkheid van de consument: Als een product te goedkoop lijkt, is het per definitie verdacht. Wat haar betreft, kan die bewustwording niet vroeg genoeg beginnen. Hoe dan ook op de lagere school. ‘Start with the kids!

“There’s a major responsibility for consumers.
If it’s too cheap, there is something fishy about it”
– Louise Fresco

5) Denk als een worm!
‘Denk als een worm’, daagde Martin Scholten, algemeen directeur Animal Sciences Group van WUR, het publiek tenslotte uit. Hij bedoelde het vrij letterlijk en het was een uitnodiging om technologie in dienst te stellen van de ecologie: bewerk de bodem als een worm. Neem de ecologie als voorbeeld en zet die toepassing door middel van technologie om naar de praktijk. Kan biologisch voedsel de aarde redden of gaan genetisch gemodificeerd voedsel dat doen? Daar kreeg ik ook op deze dag geen antwoord op. Er is maar één planeet aarde, daar was iedereen het wel zo’n beetje over eens. En we kunnen de planeet niet opeten en er NIET op de een of andere manier voor betalen. Tegen de achtergrond van deze waarheid als een koe, was iedereen hoopvol de vertegenwoordigers van Bayer en Greenpeace uitgebreid te zien praten die middag. De discussie is nog lang niet gesloten, in tegendeel. Maar er werd gepraat en er werd geluisterd. Nu nog denken als een worm.

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

 

EN ONTVANG EEN RECEPT UIT

DE ARK VAN DE SMAAK!