Jaarlijks rijkt Slow Food Nederland de Jan Wolf Scriptieprijs uit aan bachelor- en masterstudenten die met hun scriptie een bijdrage hebben geleverd aan het Slow Food gedachtengoed: good, clean en fair voedsel voor iedereen. Deze prijs is in het leven geroepen ter herinnering aan Jan Wolf, de eerste voorzitter van vereniging Slow Food Nederland.
Dit jaar werd de prijs voor de beste masterscriptie toegekend aan Lisa Arkenbout voor haar scriptie ‘Regulations of organic agriculture lost in translation?’.
Regulations of organic agriculture lost in translation?
Exploring the implementation of the four principles of organic agriculture regarding the regulation and actual practice.
In de afgelopen jaren heeft de term ‘biologisch’ veel aandacht gekregen. Zowel de consumptie als de productie van biologische producten is exponentieel gegroeid, met alle gevolgen van dien. Biologische producten die enkele jaren geleden alleen in kleine biologische winkels te vinden waren, worden nu verkocht in elke conventionele supermarkt. Consumenten zien eindelijk een kans om te stemmen met hun portemonnee. Maar is dit echt zo? Zijn de producten die het biologische label dragen daadwerkelijk biologisch? Hierbij is niet de vraag of er fraude is gepleegd, maar of de regulering omtrent biologische landbouw daadwerkelijk overeen komt met de grondbeginselen van de biologische landbouw. Deze vraag is van belang, omdat er denkelijk met biologische landbouw een bijdrage wordt geleverd aan de verduurzaming van de economische, sociale en ecologische samenleving.
4 principes
Biologische landbouw wordt bewaakt door het IFOAM (international foundation of Organic Agriculture Movements). IFOAM heeft via een democratische weg een viertal principes opgesteld waar biologische landbouw op is gebaseerd. De principes luiden als volgt. De principe van Gezondheid benadrukt de gezondheid van de bodem, planten, dieren en mensen. Hierbij wordt de planeet gezien als een sluitende kringloop waarbij we alle factoren in balans moeten houden. De principe van Ecologie benadrukt het belang van de levende ecologische systemen en dat deze kringlopen in stand gehouden moet worden en versterkt. De principe van Eerlijkheid benadrukt het belang van eerlijke interactie tussen mensen en natuur en mensen onderling. Gelijkheid, gerechtigheid en respect voor de gedeelde wereld zijn uitgangspunten. En tot slot de principe van Zorg die het belang van de balans tussen de verhoogde productiedruk in de landbouw en zorg voor de wereld benadrukt. Deze vier principes zijn verder vertaalt naar richtlijnen en regels die de regulering omtrent biologische landbouw bevatten.
Van idee naar praktijk
Deze regulering zou dus in theorie de vier principes vertegenwoordigen aangezien deze het uitgangspunt vormen voor biologische landbouw. Toch blijkt de regulering in de praktijk niet al omvattend te zijn. Wat uiteindelijk naar vore komt is dat de regulering omtrent biologische landbouw vooral meetbare regels omvat. Hierbij moet je denken aan het wel of niet gebruiken van bepaalde grondstoffen of bestrijdingsmiddelen, rotatie van gewassen en de verwerking. Hierbij blijk het lastig om onderliggende processen of sociale aspecten te reguleren. Er worden vraagtekens gezet omtrent de regelgeving omdat de het land verschilt en per certificering.
Verder is ook niet de volledige keten gereguleerd. Nadat het product van de producent wordt gedistribueerd heeft het een keurmerk en kan het daardoor overal worden verkocht, als zodanig biologisch. Hierbij wordt de plek van verkoop niet meegerekend. De winkel, de plek waar consument en producent het dichtst bijeenkomen kent geen regulering. Toch zit er een wezenlijk verschil in een biologische winkel waar ook de inkoop en verkoop op een persoonlijk niveau plaatsvindt. Of een geautomatiseerde keten waar de biologische producten naast allerlei andere producten wordt verkocht. Daar is bijvoorbeeld de informatie verschaffing veel minder aanwezig en mist de beleving. Natuurlijk zit er ook een positieve kant aan het verkoop in conventionele ketens. Consumenten die anders geen biologische producten zouden kopen worden op er deze manier aan blootgesteld.
Het uitgangspunt van IFOAM is een vertrouwen dat het bedrijf of de persoon die werkt met biologische landbouw of producten intrinsiek ook de principes draagt waardoor de regulering meer als richtlijnen gezien kunnen worden. Echter bestaat de angst dat de essentie van biologische landbouw verloren gaat door de sterke groei en grote marktpartijen die kleine biologische initiatieven opkopen. En dat de biologische idealen worden opgeslokt door de conventionele markt. Naar mijn idee heeft dit grotendeels te maken met de verschillen in hoe men de wereld en samenleving benaderd. Conventionele processen zijn gebaseerd op het neoklassieke vrijemarkt model, waaronder meer competitie, efficiëntie en specialisatie uitgangspunten zijn. Biologische landbouw focust zich, zoals eerder vermeld, op samenwerking, symbiose en integratie van processen. Deze manier van omgang met andere mensen en natuur kan niet verenigd worden aangezien ze recht tegenover elkaar staan.
Met deze thesis heb ik geprobeerd de verschillen en overeenkomsten tussen de biologische en conventionele verkoopkanalen uiteen te zetten met betrekking tot het wereldbeeld, filosofie en uitvoering. De focus ligt hier omdat ik ervan overtuigd ben dat er geen verandering kan plaatsvinden zonder mentaliteitsverandering. En daarmee ook aan te geven dat een concept als biologisch moeilijk te plaatsen is in het huidige individualistisch en kapitalistisch denkbeeld.
Geconcludeerd wordt dat ofwel de kloof tussen de filosofie en de regulering van de biologische landbouw moet worden opgevuld, of een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen de twee. Dit kan verheldering bieden die uiteindelijk misschien oplossingen bieden. En het kan vervuiling van termen en valse verwachtingen voorkomen.