Donderdag 21 februari gaat de documentaire ‘Schapenheld’ van Ton van Zantvoort in veertig bioscopen in première, nadat hij eerder op het IDFA en andere festivals te zien was. Naar aanleiding daarvan spraken we deze week met protagonist Stijn Hilgers over de film, schapen en het leven in het algemeen.
Tekst: Ulrike Schmidt
Beeld: Newton Film
Wat bezielt een jongen van twintig om schaapherder te worden?
“Ik wilde altijd al zelfvoorzienend in de wereld staan. Zonder een al te grote ecologische voetafdruk. Mijn moeder is verpleegkundige, mijn vader ecoloog… dan krijg je blijkbaar dit?! In de jaren 90 begon de fokvereniging van het Kempische heideschaap met natuurbeheer. Dat wilde ik ook. Zij waren mijn voorbeeld, en Geert Reinders, toen schaapherder bij Rheden op de Veluwe. Mijn ouders hebben me vanaf het begin hierin gesteund. Sterker nog, mijn vader was mijn allereerste opdrachtgever.”
Wat is jouw visie op natuurbeheer?
“Toen ik begon had je natuurlijk ook herders, maar wij waren de eersten die een heel ecologisch beheerprogramma hadden ontwikkeld. Welke planten laat je de schapen vreten en welke moet je laten staan voor de optimale biodiversiteit van het betreffende landschap? Waar moet je mesten? Dat soort dingen. Het idee was om het natuurbeheer te combineren met het opruimen van gras binnen gemeentegrenzen, tegen betaling. Als ‘graasmaaier’ van de gemeente zeg maar. Maar dat verdiende toch niet voldoende. Ik blijf er wel bij: heide is culturele grond ontstaan door herders die hun schapen lieten grazen, dat landschap moet ook beheerd worden door herders met hun schapen.”
“Ik wil dat alle pastorale schaapherders bestaansrecht houden”
In de documentaire zien we een idealist. Wat is je ideaal?
“Ik ben geen wereldverbeteraar. Ik wil met simpele voorbeelden laten zien welke natuurlijke rijkdom het landschap ons te bieden heeft, nog steeds. Voor mij als herder is de natuur een soort supermarkt. Ik wil dat mensen besef daarvan krijgen en dat ze de natuur daardoor hopelijk meer op waarde schatten en hem niet meer gewoon kapot trappen.”
Wat heb jij met eten?
“Mijn moeder kan heel goed koken. Ik ben in en om de keuken groot geworden. Ik wil bovendien vrij zijn in de keuze voor wat ik eet. Maar op een gegeven moment was ik zo druk dat ik ineens drie keer in de week in de friettent stond, wat ik helemaal niet wilde. Stond ik op de hei het ene verhaal op te hangen en in het echt was het heel anders, net als in een slechte film. Dat wilde ik niet langer. Ik vind Nederland in Europees perspectief echt een culinair verarmd land. Een woestenij qua diversiteit als je het bijvoorbeeld vergelijkt met Frankrijk. Daar zie ik veel meer respect voor en voldoening van streekproducten.”
“De hei is een soort supermarkt voor mij. Dat wil ik anderen ook laten zien”
Wat heb jij met Slow Food?
“Er is een hele schatkist aan nieuwe smaken voor me opengegaan via Slow Food. Ik was al wel geboeid door eten en smaken, maar ik was er de eerste tien, vijftien jaar helemaal niet professioneel mee bezig.”
“Voedsel moet vanaf de bodem kloppen, waar smaak begint. Wat zit er in die bodem, wat voedt die plant of dat dier en hoe gaat het vervolgens smaken? Lamsvlees kent een heel breed scala aan smaken al naar gelang de beesten aan de kust of in het binnenland grazen, of ze gras of heide vreten en of ze door een kleine schapenboer worden gehouden of in groot verband. Wat ik bij Slow Food met het vlees van het Kempische heideschaap probeerde, is teruggaan naar de basisomstandigheden van het dier. Mijn beesten kregen alleen maar gras en granen te vreten. Het was ontzettend arbeidsintensief, maar de smaak van het vlees was onbetaalbaar. Helaas was het verrekte moeilijk om 24/7 voor je schapen en de natuur te zorgen en dan ook nog het vlees te vermarkten.”
Waarin ben je het meest teleurgesteld?
“In het amateuristische niveau van het natuurbeheer in Nederland. Het beheer is hier veel te fragmentarisch om effectief te zijn. Degenen die beslissen zijn niet op de hoogte van het terrein, teveel verschillende organisaties bemoeien zich ermee en sommige ervan zijn te groot en te log. Ze zouden moeten monitoren en sturen en de rest aan de mensen in de praktijk moeten overlaten. We moeten als herder te vaak van plek wisselen om een gebied optimaal te ontwikkelen. En als de schapen te duur worden, dan komen de bulldozers.”
“Andere Europese herders redden het wel omdat de financiering en de organisatie van het beheer daar anders zijn. In Frankrijk verlenen ze het graasrecht bijvoorbeeld voor vijfentwintig jaar, soms zelfs levenslang, mits je inzet toont natuurlijk. De laatste tien tot vijftien jaar gebruik je dan om je opvolger wegwijs te maken. Zo lang duurt het voordat je een terrein echt kent en je kudde optimaal kan aansturen.”
Er had geen betere titel voor de film kunnen zijn. Waar komt de naam Schapenheld vandaan?
“Mijn eerste bedrijf heette De Krekel omdat een krekel ook een grazer is, haha. Rond 2002 heerste er mond-en-klauwzeer en moest ik stoppen. Toen heb ik onder andere een tijdje in de nachtopvang gewerkt. Een van mijn collega’s daar noemde me altijd de schapenheld. Dat is blijven hangen, dus sinds 2007 heet ons bedrijf Schapenheld.”
“Het eerste waar je iedere dag aan denkt is: genoeg te vreten voor je schapen”
Is er leven na de film?
“Afgelopen jaar verkochten we de kudde en vertrokken we naar een dorpje in de buurt van Limoges. We hadden met vrienden daar afgesproken dat we na een jaar samen een melkveebedrijf en kaasmakerij zouden opbouwen. Door familieomstandigheden aan hun kant gaat dat ineens toch niet door. Dat was een zware slag voor ons. Wat nu? Voor de korte termijn redden we ons wel. Onze visie op termijn moeten we nu helemaal opnieuw ontwikkelen. Mijn vrouw Anna heeft iets met koeien, ik wil weer terug herder worden. Maar dan niet alleen voor het natuurbeheer. Ik wil wel iets met de melk, het vlees, de huiden… Nu nog bedenken hoe we dat precies kunnen aanpakken. En ja, dat kan ook weer in Nederland zijn.”
– Maar eerst gaat Stijn vanaf juni vier maanden vijftienhonderd schapen in de Pyreneese bergen hoeden. Met twee andere herders, dat wel. Want het bloed kruipt waar het niet gaan kan: Stijn is en blijft schaapherder. Wij denken dat dit niet het laatste is wat we van de Schapenheld hebben gehoord. Op www.schapenheld.nl vind je ook hoe je Stijn en zijn gezin kunt steunen.
Meer informatie over Schapenheld
De trailer, vertoningen en meer informatie over de film vind je hier. Je kunt de film ook online bekijken via https://picl.nl/.