Geacht college,
Tot onze grote verbazing blijkt het college van Deventer actief mee te werken aan de komst van weer een nieuwe vestiging van de McDonalds, deze keer in de Deventer binnenstad. Waar andere Nederlandse steden tot het inzicht zijn gekomen dat zoiets onverstandig en onwenselijk is, en iets proberen te doen tegen de wildgroei aan fastfoodketens, zegt wethouder Walder in De Stentor van 20 maart jongstleden de vestiging van de fastfoodketen te verwelkomen vanwege een ‘aantrekkelijke binnenstad, vooral voor jongeren en gezinnen.’ Deze woorden wekten ons ongeloof. Het omgekeerde is namelijk het geval.
De belangrijkste oorzaak van het groeiende probleem van overgewicht, met bijbehorende gezondheidsproblemen, is het almaar groeiende en alomtegenwoordige aanbod van goedkoop calorierijk gemaksvoedsel: een ongezonde voedselomgeving.
De komst van een nieuwe vestiging van de McDonalds in Deventer is niet goed voor jongeren, niet voor gezinnen, niet voor de huidige lokale horeca ondernemers, niet voor het werken aan een gezonde en duurzame stad, niet voor een regionale voedseleconomie. Wij doen daarom een dringende oproep op het gemeentebestuur de komst van een nieuwe McDonaldsvestiging in de Deventer binnenstad te tegen houden.
Voor alle duidelijkheid: met af en toe een frietje, hamburger of ijsje is niks mis. Het gaat om de frequentie en de hoeveelheid per keer. ‘Je kunt zelf beslissen om geen frietje te eten’ is het veel gehoorde argument in de discussie ter legitimering van de aanwas van nieuwe fastfoodzaken. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat die redenering niet klopt: in een ‘obesogene’ omgeving, waarin burgers continu goedkoop calorierijk voedsel krijgen voorgeschoteld, is het moeilijk om gezonde keuzes te maken. Bedrijven als McDonalds besteden tweeduizend keer zoveel geld aan marketing, als dat de overheid uitgeeft aan voorlichting over gezonde voeding. Kortgezegd: fastfoodketens hebben met hun macht en invloed een aantoonbaar negatieve impact op de volksgezondheid.‘Goedkoop voedsel’ wil overigens zeggen dat er kosten worden afgewenteld: op de overige horecaondernemers, op boeren die onder de kostprijs moeten leveren, op ons zorgstelsel dat in zijn voegen kraakt, op ons leefmilieu en op onze gezondheid. Die prijs betalen wij als samenleving.
Het huidige aanbod van gemaksvoedsel in de Deventer binnenstad is meer dan voldoende. Door de komst van de McDonalds in de binnenstad wordt niet alleen het aanbod van fastfood te groot, het gaat ook ten koste van de omzet van vaak kleine horecaondernemers, die vaak langdurige zijn geworteld in de stad. Door te kiezen voor de belangen van een grote fastfoodketen, laat het college deze ondernemers, die het in deze tijden van corona al zo moeilijk hebben, in de steek. De revenuen van de McDonaldsvestigingen (waarvan er al twee in de stad zijn) vloeien deels terug naar de aandeelhouders van McDonalds elders in de wereld. Dat gaat ten koste van investeringen in de lokale en regionale economie.
In het bestuursakkoord heeft het college afgesproken streekgebonden landbouw te stimuleren. Dat is een goed streven, maar alleen te realiseren met lokaal en regionaal gebonden (horeca-)ondernemers. De McDonalds koopt de melk voor haar milkshakes nu eenmaal niet in bij de plaatselijke boer. Hoe meer ruimte voor grote fastfoodketens, hoe minder kansen om invulling te geven aan die streekgebonden duurzame landbouw, de band tussen stad en platteland te versterken en te werken aan een gezonde lokale voedselcultuur.
We realiseren ons dat gemeenten beperkte juridische instrumenten hebben om de komst van fastfoodketens tegen te houden. Maar het college mag zich daar niet achter verschuilen. De weinige middelen die er wel zijn, moeten ten volle benut worden. Heel simpel, alleen al door bijvoorbeeld geen nieuwe horecavergunning voor de eerste verdieping van huidige pand van Praamstra te verstrekken. Wij adviseren het college ook zijn licht op te steken bij andere gemeenten zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Ede die ervaring hebben met de komst van fastfoodketens.
We vertrouwen er op dat het college kiest voor een aantrekkelijke, duurzame stad en platteland, de gezondheid van de inwoners en de belangen van de plaatselijke ondernemers.
Graag vernemen wij uw reactie.
Pip Gilmore, Slow Food IJsselvallei
Estella Franssen projectmanager zakelijke markt, Ulebelt,
Michiel Bussink, Stichting Land en Keuken